maandag 26 november 2018

Kindbrein

In september ben ik wezen kamperen met een vriendin. Met haar wandel ik elke week een keer en kletsen we heel wat af. Over God en ons leven. Enorm waardevol zijn die gesprekken voor mij!

2 nachtjes samen kamperen was bijzonder. We hadden alle tijd om te kletsen. En dat deden we! We deelden ons innerlijk. Ik kan nogal last hebben van allerlei gevoelens. Angst, afwijzing, boosheid, eenzaamheid. Mijn vriendin vroeg op een gegeven moment, Erna, is nu het kleine kind in jou aan het woord of de volwassene? Euhhh, hoe bedoel je dat? Vroeg ik. Ze legde me het een en ander uit. Soms dacht ik waar heeeeft ze het over?? En merkte ik weerstand bij mezelf.

Toch bleef het hangen wat ze zei. Ik had er wel eens eerder iets over gelezen, over wat de kenmerken zijn van een kinderbrein en wat de kenmerken zijn van een volwassen brein. Ik stelde mezelf de vraag, komen de gedachten die ik heb en datgene wat ik zeg voort uit het kinderbrein of uit het volwassen brein?

Ik vind dat een interessant iets. Hoe ons brein werkt. Dat we als (heel jong) kind emotionele behoefte hebben en als die niet vervuld worden, we onbewust een manier ontwikkelen om daar mee om te gaan. Om te kunnen overleven. Ons brein onthoudt dat. Als ik als volwassene angst ervaar, terwijl er geen fysiek gevaar is, betekent het dat ik te maken heb met het kinderbrein. Dat gaat onbewust. Stel, ik ben bang om voor een groep mensen te spreken. Verstandelijk weet ik dat er geen dreiging is, dat ik niet achterna wordt gezeten en dat er geen eng dier achter me aanzit. Mijn angst heeft te maken met iets wat kan gebeuren. Er kunnen mensen gaan lachen. Ik kan het ook als eng ervaren als alle ogen op mij gericht zijn.

Op zo'n moment kan ik tegen mezelf zeggen, wat dan nog? Ze bijten je niet! En ondertussen blijft dat nare gevoel in mijn buik. Een teken dat het te maken heeft met een onvervulde behoefte in mijn kindertijd.

Het volgende stukje geeft aan hoe bepaalde manieren van denken zich hebben ontwikkeld uit wat eigenlijk kenmerken zijn van de beleving van een kind. Er is verschil tussen de wereld van het kind en het perspectief van een volwassene.
De wereld van het kind wordt gekenmerkt door afhankelijkheid. Die van een volwassen door onafhankelijkheid, als deze tenminste waarneemt vanuit het volwassen bewustzijn.

Ene Jean Jenson noemde de volgende kenmerken:

Het kinderbrein denkt in termen van 'iedereen' en 'niemand', 'altijd' en 'nooit'.
Het volwassenbrein weet dat de een zo kan denken en de ander wwer anders. Dat als iemand iets zegt, dat slechts de mening is van één persoon. Niet van iedereen.

Het kinderbrein heeft een vertekend tijdsbeeld. 'Er komt nooit een einde aan'. Het volwassenbrein weet dat niks eeuwig duurt hier op aarde.

Voor een kinderbrein zijn behoeften urgent. Een baby heeft honger en kan nog niet wachten. (hoe ouder een kind wordt hoe meer het kan leren wachten) Een volwassenbrein weet dat het honger ervaart en een half uur later gaan eten.

Een (klein) kind is hulpeloos/machteloos, het denkt in termen van ik kan niks doen, ik heb geen keus. Een volwassene heeft 'macht', is bij machte. Kan zijn eigen keuzes maken.

Een kind heeft geen volwassen bewustzijn, een volwassene heeft naast zijn volwassen bewustzijn ook een kindbrein. We hebben allemaal dat kind in ons. Gelukkig wel! Het is een verschil in welke mate dat kind ons denken beheerst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten